3 Plantperiode en het planten

Plantperiode
Planten in pot kunnen het hele jaar door geplant worden. Planten die in de grond staan, kunnen verplant worden wanneer de planten in groeirust zijn. Voor groenblijvende planten begint deze periode eind september. Voor bladverliezende gewassen eind oktober begin november. Een goede graadmeter is de herfstkleur en het begin van de bladval van de blaadjes. Vanaf dat moment kunt ut de hele winter planten tenzij de grond bevroren of te nat is. Dat is alleen aan de orde als het structureel vriest, een nachtvorst belemmert het planten niet. Het plantseizoen eindigt rond half april. In het voorjaar geldt; hoe eerder in de grond hoe beter!

Het planten
Het verdient aanbeveling de grond waarin geplant wordt eerst te bewerken. De plant wortelt hoofdzakelijk in de bovenste 30 a 40 cm van de grond. Tot deze diepte vindt zuurstofuitwisseling met de lucht plaats en zoekt de plant zijn voedingsstoffen. In deze grondlaag dient de bodemverbeteraar (compost en/of mest) gespit te worden. In diepere lagen is een zuurstofarm milieu en worden organische meststoffen omgezet in voor de plant giftige restproducten. Bovendien is het er vochtiger waardoor de wortels makkelijk verrotten. Daarom mogen planten ook niet dieper worden geplant, tenzij de omvang van de kluit dat vereist. U hoeft niet dieper te planten dan dat er ongeveer 5 tot 10 cm grond boven de bovenste wortel zit. Bij planten uit pot hoeft er slechts enige centimeters tot geen grond (rhododendrons) boven op de potkluit aangevuld te worden. De diameter van het plantgat hoeft slechts enige centimeters groter te zijn als die van de wortel. Het plantgat dient aangevuld te worden met rulle losse bemeste grond. Na het aanvullen de plant of boom licht en kort op en neer bewegen (alleen bij kale wortel) zodat de grond goed gesloten om de wortel komt te zitten. Hierna nog wat aanvullen met grond en deze licht aandrukken met de voet of hand.
Vooral in nieuwbouwwijken dient de grond dieper dan 40cm losgemaakt te worden. Door bouwverkeer kan de grond plaatselijk sterk verdicht zijn. Dat is ook van belang bij storende leemlagen. Hierdoor wordt de aan- en afvoer van water sterk verbeterd. In oude tuinen dient U de concurrentieslag, die nieuwe planten met oude planten moeten leveren, in ogenschouw te nemen en desnoods maatregelen te nemen in de vorm van vocht en voeding of ruiming.